9 februari: naar Bangkok
Vandaag vertrekken we met het vliegtuig naar Bangkok. Mar gaat voor het eerst buiten Europa en is tamelijk op van de zenuwen. Dat is nergens voor nodig. Peet probeert duidelijk te maken dat we gewoon urenlang in een grote bus zitten en dat hij de weg weet op het vliegveld van Bangkok. Cambodja is iets minder reuze gevaarlijk dan de collega's van Mar denken.
In ieder geval is dit een goede besteding van de bonus voor vijfentwintig jaar trouwe dienst bij de thuiszorg. Brassen!
10 februari: Bangkok
Na de gebruikelijke formaliteiten bij de immigratie krijgen we ons visum. De koffers liggen gewoon op de band, niet aan de hand. We pakken een taxi naar ons onderkomen, het Nana hotel. Het blijkt gen erg fancy hotel te zijn maar het heeft wel een lekker zwembad. Rond dat zwembad zitten net iets te veel kalende oudere dikke mannen die "maar één ding willen" met die Thaise meisjes.
Wel weer een lekker levendige buurt, je kijkt je ogen uit. Het is ook redelijk dicht bij het busstation Ekamai, vanwaar we de bus kunnen nemen richting Koh Mak als we weer terug zijn uit het noorden.
De rest van de dag besteden we aan een beetje in de wijk rondlopen, eten en bijkomen van de vlucht met China Airlines (slechte service, belabberd eten, koud).
Bangkok zal wel nooit onze lievelingsstad worden, soort van haat-liefde relatie. Schitterende dingen te zien, maar heet, benauwd, vies en altijd ge-emmer met taxichauffeurs.
11 februari: Chiang Mai
Vandaag staan we vroeg op voor de vlucht naar Chiang Mai met Thai Airways. De vlucht duurt iets meer dan een uur. Op het vliegveld worden we opgewacht door een Thai met een brede lach en onze huurauto. We krijgen een Toyota Soluna, zeg maar de Thaise versie van de Toyota Corolla. De creditcard werkt helaas niet mee, dus moeten we eerst met het mannetje naar het "hoofdkantoor" in de stad. Dat betekent dat we zo'n beetje half Chiang Mai doro moeten crossen. Op het hoofdkantoor lukt het wel met de creditcard. Nu kunnen we eindelijk echt op pad.
Van de website van budgetcar hebben we een aantal "world class drives" geplukt. Geweldig mooie routebeschrijvingen. We volgen grotendeels de Mae Hong Son loop en nog een stuk van de Sukthotai loop.
De eerste stop is Lamphun, het olifantentrainingskamp op weg naar Lampang.
Na het olifantenkamp rijden we door naar onze eerste stop voor de nacht, Lampang. Uit de lonely planet kiezen we de Lampang River Lodge. Dat blijkt een prima lodge aan, de naam zegt het al, een rivier (de Wang).
In de middag gaan we Lampang verkennen. Daar staat een mooie oude oranje BMW 2002! Peet heeft er ooit precies zo een gehad, ook in die kleur.
Mar heeft totaal geen oog voor auto's, maar wel voor wat er achter te zien valt, een Wat (tempel).
's Avonds eten we in een Chinees restaurant waar het barst van de hibiscussen.