15 September: Lambertsbaai
Aangekomen in Lambertsbaai gaan we op zoek naar een B&B. Via de VVV komen we terecht bij het Raston Guest house. De ruime sfeervolle kamers hebben mooie houten vloeren. Voor de prijs, een kleine veertig euro inclusief ontbijt, hoeven we het niet te laten. We laden snel onze koffers uit en zetten ze in de kamer.
Voor de kamer is een binnenplaats met zwembad.
Na een kop thee gaan lopen we het dorp in op weg naar bird island nature reserve. Dat is geen echt eiland, maar een pier waarop verschillende vogelkolonies huizen. De grootste populatie is die van de Kaapse Jan van Gent. Ze zitten met zijn allen op een hoop en krijsen de oren van je kop. De stank is ondraaglijk, dat ze er zelf niet misselijk van worden.
Verderop zien we een verdwaalde "schoorsteenveër" tussen de kelpmeeuwen.
De naam kelpmeeuw komt vast van het kelp, het gigantische zeewier, dat langs de kade meedeint op de golven.
In de baai liggen boten die er op het eerste gezicht uitzien als vissersboten met sleepnetten erachter. Het zijn echter omgebouwde boten die diamanten mijnen. Het grind van de zeebodem wordt door pompen via meterslange slangen opgezogen en de diamanten worden eruit gefilterd.
Tot slot komen we nog een stelletje verliefde Kaapse aalscholvers tegen.
Na het bezoek aan bird island is het alweer bijna etenstijd. We eten een hapje aan de haven in Isabellas restaurant. Helaas wordt het langzamerhand steeds frisser.