19 Oktober: Kihei
Strand, strand, zon, zee, snorkelen, boeken lezen, eten, niksen, douchen (vier keer).
20 Oktober: Haleakalā
Maui ligt zoals gezegd op de helling van een vulkaan. De top van die vulkaan ligt op ruim
drieduizend meter boven zeeniveau.
Om half acht 's ochtends gaan we op pad naar de krater die ligt in het
Haleakalā national park.
Het is ruim anderhalf uur rijden naar de top, het laatste uur voornamelijk
haarspeldbochten. Elke driehonderd meter wordt het een graad koeler, aan de top
is het nog maar zestien graden.
Maar wel weer stralend weer. Vanaf Leleiwi viewpoint nemen we deze foto.
Rond de top kan je de alleen hier op Hawaï voorkomende néne tegenkomen. Een soort eigenwijs, bepaald niet mensenschuw beest. Hij wordt ook wel Hawaïgans genoemd. Oorspronkelijk komt deze gans uit Canada, maar dat is al een aantal miljoen jaar geleden.
Even Erwin Krol: Het weer is hier een allesbepalende factor. Waterdamp stijgt op aan de oostkant van het eiland en de wind stuwt de ontstane wolken tegen de helling omhoog. Eronder hebben ze veel regen, erg veel regen (rond Hāna, zie vorige pagina). De wolken komen naarmate de dag vordert steeds meer het kraterdal in.
Eenmaal boven beginnen we aan een afdaling in de krater. In 1790 is hij voor het laatst uitgebarsten, dus durven we het wel aan. De sliding sands trail wordt de wandeling genoemd.
Hier in deze krater is de zogenaamde maanlanding opgenomen. De Amerikanen zeggen dat ze hun astronauten hier naar toe hebben gestuurd om te wennen aan het maanoppervlak, maar wij weten wel beter... Of Michael Jackson hier zijn moonwalk heeft bedacht weten we niet.
Niet iedereen gaat op eigen kracht de krater in. Met een pony kan je er ook komen, tot een diepte van 1900 meter, 1100 meter zakken dus.
Van een afstand bekijken we een van de kratermonden...
We gaan niet helemaal naar beneden maar lopen ruim een uur het pad af de krater in. Dit is ons laatste uitzicht voor we weer naar boven gaan.