5 Maart: Sesriem

Vandaag is het een rustdag, een dag om bij te komen van de schrik van de crash en de vermoeienissen van zeventienhonderd kilometer rijden in vijf dagen. Eerst gaan we naar een garage om de kiezels die zich tussen de band en de velg hebben genesteld te laten verwijderen. Dat rijdt wat makkelijker.

De rest van de dag verloopt met Hertz bellen, bij het zwembad hangen, biertjes drinken aan de bar en een flink stuk lezen. Hertz vraagt ons of we het naar Walvisbaai halen met de auto of misschien zelfs Windhoek. Daar kunnen we deze gedeukte Etios ruilen voor een andere. We zijn ervan overtuigd dat Windhoek, ruim zevenhonderd kilometer verderop, haalbaar moet zijn.

Dat er hier Duitse roots liggen is overal duidelijk. Dit bordje hangt bij de bar...

 

 

Overigens staan hier mooie acacia bomen op het terrein. In deze zit een giga groot "weaver's nest".

 

Het is net alsof er kerstversiering in de boom hangt, maar het zijn de vruchten.

 

 

6 Maart: Sossusvlei

De wekker loopt om kwart voor zes af. Een half uur later zitten we aan het ontbijt. Het wordt het langzaam licht. Waarom we zo vroeg opstaan? Dan kunnen we het park in zodra de poort open gaat om kwart voor zeven en de zandduinen in het ochtendlicht bewonderen. De volle maan verdwijnt achter de eerste zandduinen.

 

We komen onderweg een eenzame gemsbok tegen. Hij kijkt ons ietwat verbaasd aan.

 

Dat we niet de enigen zijn op- en langs de vijfenzestig kilometer lange weg is al snel duidelijk.

 

We zijn onderweg naar Dune 45, zo genoemd omdat dit de 45e zandduin is vanaf de gate en op 45 kilometer daar vandaan ligt. Je ziet dat het zand steeds meer oranje begint te worden.

 

Daar is ie dan, Dune 45. Deze mag je beklimmen en dat doet vrijwel iedereen die hier komt. Wij ook.

 

Het lopen over het mulle zand is zwaar. De top, die op een kleine driehonderd meter ligt, is ons wat te veel inspanning. Driekwart is mooi zat. We draaien om en dalen af naar de parkeerplaats. Beneden aangekomen kijken we nog maar eens om.

 

In een van de bomen zit een roofvogel, een rotsvalk.

 

Bij kilometer 61 is een parkeerplaats voor 2x4 auto's. Zo'n vier kilometer verderop is een 4x4 parkeerplaats. Vanaf daar kan je lopen of met de shuttle naar de deadvlei. We besluiten de vier kilometer te lopen en nemen onderweg wat foto's.
Halverwege steken we toch maar de duim omhoog om te proberen een lift te krijgen. Een ouder echtpaar stopt en we stappen dankbaar in hun air-condioned 4x4.

 

Het is nu nog een half uurtje sjokken door het mulle zand voor we bij één van de mooiste plekken in de Sossusvlei komen. We zweten als een otter, het is ongeveer 36 graden, maar wel de moeite meer dan waard.

 

Hierna vinden we het welletjes, pakken de 4x4 shuttle en rijden daarna de 61 kilometer weer terug naar onze lodge. Tegen twaalf uur zijn we weer terug en dan is het douchen en wederom heel veel drinken.

Klik hier voor het vervolg, Swakopmund

 

 

 

 

over ons & contact  cookies & privacy  bijgewerkt 25-09-2024