3 Maart: Via Sperrgebiet naar Aus
We zijn vroeg op vandaag en vertrekken om kwart over acht. Anderhalve kilometer van onze lodge is een checkpoint waar we de gisteren verkregen permits moeten laten zien. In dit gebied zijn rond 1900 diamanten gevonden. De concessie is in handen van Namdeb, een samentrekking van Namibië en de Beers. De Beers is nog altijd een wit conglomeraat uit de koloniale tijd.
Pas een jaar of vier geleden is het Sperrgebiet beperkt opengesteld voor gewone mensen die niet in de diamantwinning werken. En dan nog mondjesmaat. Het is duidelijk dat men nog niet echt gesteld is op pottenkijkers.
De weg naar Rosh Pinah door het Sperrgebiet is negentig kilometer lang en op de laatste zes na geheel dirt road. Niet zo'n beste weg ook, zeker het begin. Na een paar kilometer rijden we over een steen heen die net iets te hoog is en tegen de uitlaat aan slaat. De uitlaat is hierdoor verbogen en klappert nu af en toe tegen het chassis. We karren door, wat moeten we anders.
Een groot gedeelte van de weg voert langs de Oranje rivier. Langs de oevers staan wat bomen en groen, de rest van het landschap is tamelijk kaal maar wel zeer imposant.
Zo af en toe is er een afslag naar een diamantmijn en we nemen deze om even te gaan neuzen. Er is vrij weinig bedrijvigheid en we voelen ons ongemakkelijk. Snel wat foto's en door maar weer.
Aan het eind van het Sperrgebiet is weer een checkpoint. Daar zit een kort gedrongen mannetje achter de balie, type Jerommeke, vrijwel zonder tanden. Hij spreekt verbazend duidelijk en zeer verstaanbaar Afrikaans tegen ons. Hij begint te vertellen over Holland. Ja, daar is hij geweest. Ponypark Slagharen (!), Zwolle, Amsterdam. Hij was in Holland voor, jawel, het wereldkampioenschap touwtrekken. We hebben moeite ons gezicht in de plooi te houden.
Eenmaal in Rosh Pinah besluiten we om naar een garage te gaan om de schade van de steen te laten bekijken. Het valt erg mee, de uitlaat is inderdaad verbogen. Johan, een Afrikaner mecanicien, zet hem op de brug en hamert en wrikt wat aan de pijp. Het gevolg is dat we nu nog meer herrie horen. We moeten er maar mee leren leven en wie weet in Swakopmund, maar zevenhonderd kilometer verder, laten repareren.
Van Rosh Pinah naar Aus is het honderdenzeventig kilometer puik asfalt, anderhalf uur rijden. Hier hebben we een huisje gereserveerd in Klein Aus Vista. Het complex ligt prachtig tegen een berg op. Het doet op het eerste gezicht een beetje Disneyachtig aan.
Het uitzicht vanaf het terras mag er zijn...
Alles draait hier om paarden. Zelfs het zwembad is in hoefijzervorm en ziet er uit als een drinkbak.
Dé attractie van de streek zijn wilde paarden. Er lopen er hier rond de honderdenvijftig rond. Ze zijn vermoedelijk de nazaten van paarden die zijn ontsnapt tijdens een bombardement in de eerste wereldoorlog, aangevuld met wat loslopende raspaarden.
Dit verkeersbord zie je nergens in Holland.
Het blijkt een lust voor het oog. Vlak bij een drinkplaats strijken we neer en maken de ene na de andere foto. Af en toe komt er ook een struissie in beeld.
Vanaf hier rijden we terug naar Aus om een reservering te maken bij het Bahnhof hotel voor het diner vanavond. In de lodge is namelijk de enige optie een lopend buffet en daar hebben we niet zoveel zin in. Bovendien is het niet echt goedkoop.
De lodge ligt langs een spoorlijntje en verdomd, ineens horen we een kabaal van jewelste en zien we rook. Vanaf ons terras zien we dat het de boemel van vier uur is.
Begin van de avond gaan we weer naar het Bahnhof hotel,
nu om te gaan eten. De vriendelijke manager, Titus, vertelt ons, tot onze
verbazing, dat het hier wel
eens sneeuwt. Zou je niet verwachten.
Het hotel is "gemütlich", à la carte en ook nog met dorps-
en spoorzicht. Wat wil je nog meer? We weten nu "wo der bahnhof ist". Do!