3 Oktober: naar Morondava
Het is 470 kilometer van Antsirabe naar Morondava. Als je een gemiddelde kan halen van zestig kilometer per uur dan doe je het goed. Reken maar op zo'n acht uur rijden zonder stops. Daarom vertrekken we vroeg.
In de hooglanden is de temperatuur zeer prettig te noemen. Rond de vijfentwintig Celsius en een lekker zonnetje. Na een uur of twee dalen we langzaam af van de koelste plaats in Madagaskar (Antsirabe) naar de warmste plaats (Miandrivazo). Tijd om de airco aan te zetten, maar die doet helemaal niets, dus wordt het ARKO. Gelukkig Kunnen Alle Ramen Open.
Het wordt steeds meer zweten in onze rammelbak. Tegen half twaalf zijn we in Miandrivazo en gaan ergens wat eten. Zoals overal hier komen kinderen op je af en roepen "Vazaha" wat vreemdeling/witte betekent. Dit meiske had er lol in en hield het bijna onze hele maaltijd vol om Peet te roepen, "Vazaha"!
Buikje rond en op weg voor de laatste tweehonderdvijftig kilometer. Maar na een kilometer of dertig knalt opeens de achterdeur die dichtgelast zitopen. Toch niet zo goed gelast kennelijk. De koffers die op de achterbank staan vallen gelukkig niet uit de rijdende auto.
Dat wordt dus improviseren langs de kant van de bloedhete weg. We hebben geen van beiden bij de padvinderij gezeten, maar Peet freubelt toch wat in elkaar. Zie de oplossing hieronder. Nu nog de koffers in de andere gordel en karren maar.
Tegen vijf uur zijn we dan eindelijk in Morondava, doorweekt van het zweet. We bellen de verhuurder en die belooft ons een andere auto, de Nissan D22 die we oorspronkelijk hadden gehuurd. Die komt eraan, de chauffeur vertrekt zo meteen om de 670 (!) kilometer te overbruggen beloofd de verhuurder. Dat wordt dus verplicht een dagje rust in Morondava, wat zeker geen ramp is.
4 Oktober: Morondava
In de ochtend is het op het strand een drukte van belang. Hier wordt nog echt vanuit een pirogue, een uitgeholde boomstam, met een netje gevist.
De opbrengst mag er zijn.
Voor de lunch gaan we naar het sjieke Baobab café. Dat ligt aan het Canal Hellot. Langs de oever lopen de (rivier) krabbetjes rond.
En dan strijkt opeens deze (mannetjes) zwartsnavelijsvogel op het touw neer en zingen we zachtjes "Like a bird on a wire...".
We kunnen ook zijn take-off vastleggen.
De verdere middag luieren we wat. Als we aan het eind van de middag naar de beroemde Allée des Baobabs gaan worden we achterna gezeten door Jacko, de chauffeur die onze nieuwe auto komt brengen. Hij had al een uur vergeefs gebeld, de mobiel lag nog op bed...
We wisselen snel van auto en rijden daarna met gezwinde spoed de tweeëntwintig kilometer naar de Allée voordat de zon ondergaat.