4 Februari: Terug in Buenos Aires
De verschroeiende hitte en de torenhoge luchtvochtigheid halen een streep door elk denkbaar plan voor vanochtend. Nogmaals naar de Argentijnse watervallen en het circuit superior lopen? Een wandeling door de jungle maken om toekans en andere vogels te zien? Vergeet het maar, het wordt vandaag veertig (!) graden en er is kans op regen. De hitte hangt als een natte deken om ons heen. Het enige wat er op zit is naast en in het zwembad hangen. Onze vlucht naar Buenos Aires vertrekt om half vijf. Tot aan die tijd lezen we wat, babbelen we wat met andere reizigers en gaan vaak het zwembad in.
De vlucht verloopt probleemloos en 's avonds om zeven uur komen we weer in onze vertrouwde Ibis bunker aan. Ditmaal hebben we een kamer met uitzicht op het plein. Hier is het slechts vijfentwintig graden. Daar weten we beter raad mee dan de hitte van de jungle.
We eten uitgebreid en gaan vroeg ons mandje in.
5 Februari: Mar del Ajó
Tot nu toe hebben we van niemand enthousiaste verhalen gehoord over de Argentijnse Atlantische kust onder Buenos Aires. De bekendste plaats daar is Mar del Plata. Daar komen 's zomers drie miljoen Argentijnen vakantie vieren en die drukte lokt ons totaal niet. De guide helpt ons ook al niet al te veel met leuke aanbevelingen. Toch willen we graag nog een paar dagen uitrusten op een strand om de afgelopen drie maanden te "verwerken". We willen niet de kans lopen om met een bus in een verkeerd oord terecht te komen. De oplossing lijkt ons weer een auto te huren en dan zien waar we terecht komen. Bij Budget Sheraton kunnen we om half elf al een Peugeot 206 ophalen.
Het is ruim driehonderd kilometer naar de eerste van een reeks badplaatsen, San Clemente del Tuyú. Daar is het verschrikkelijk druk. Niet verwonderlijk, het is hoogseizoen én het is fin de semana (weekend). We rijden door naar Mar del Tuyú, maar daar is ook niets te vinden. Dan maar weer verder naar Mar del Ajó. Bij de plaatselijke VVV zijn ze zo vriendelijk om hotels af te bellen en jawel, we hebben beet. Er is plek in hosteria Mar del Ajó. Het is niet top, de kamer is piepklein. Echter acceptabel voor een nacht en we hebben onderdak, joepie.
Mar del Ajó blijkt een soort run down versie van Torremolinos in het klein te zijn. Veel, zéér veel, vrijwel alleen maar Argentijnse Sjonnies en Anita's. In dit gedeelte van het land zie je trouwens totaal geen buitenlanders, ja MarPet, maar dan houdt het op. Het strand is helaas niet geweldig.
Van verschillende kanten krijgen we te horen dat El Molino het beste restaurant in de stad is. Om zeven uur is die nog niet open. We gaan daarom het centrum onveilig maken en dan barst de hel los van boven. Hozen, plenzen, de straten veranderen in woest kolkende rivieren van tot een halve meter diep. Als we uiteindelijk om acht uur willen gaan eten moeten we op blote voeten door de straten waden om bij El Molino te komen. Aan de regenjacks hebben we niets, die liggen keurig opgevouwen "thuis" in de koffer. Doorweekt komen we bij het restaurant aan.
De baas blijkt een onvervalste Argentijnse kamper te zijn, compleet met staart en valse lach. Het eten is erbarmelijk slecht.
Hier in Mar del Ajó is het één grote droefenis. Het heeft Peet heel wat soebatten gekost om deze foto te mogen plaatsen, dus onder protest van Mar... we blijven lachen...
6 Februari: Valeria del Mar
Eerlijk is eerlijk, het ontbijt in hosteria Mar del Ajó is niet slecht. Het weer klaart op en we rijden verder zuidelijk via Ruta 11. We gaan kijken voor accommodatie in Ostende. Dit stadje ziet er heel wat leuker uit. Het is een eeuw geleden gesticht door een Belg, vandaar de naam. Van de oorspronkelijk boulevard uit 1912 is niet veel meer over, de Argentijnen vinden dit wel zeker een monument...
We lopen hotel na hotel af, maar ook hier is nergens plek, niet één kamer te vinden. Ook niet in het oudste (1913) van de stad, het Viejo Ostende hotel. Dat leek ons wel wat van de buitenkant te zien.
Ostende loopt naadloos over in Valeria del Mar. Dit plaatsje ziet er leuk uit. Knus centrum, leuke winkeltjes, terrasjes, restaurants. Hier zouden we best wel een paar dagen kunnen doorbrengen zeggen we tegen elkaar. Maar ook hier vangen we aanvankelijk bot totdat we besluiten wat verder van het strand af te gaan zoeken.
Het geluk lacht ons opeens tegemoet. Twee kilometer van het strand vinden we de enige (?) vrije kamer in Valeria in Hosteria Mashalá. Als we de kamer gezien hebben staat er buiten al iemand klaar om ja te zeggen als we nee zouden zeggen. We aarzelen niet en prijzen ons gelukkig. Nog geen vijf minuten later staat er weer een zoekende op de stoep.
Het weer is inmiddels zoals het zou moeten zijn, heerlijk! We gaan als een speer naar het strand. De stranden zijn hier heel breed, maar het grappige is dat de "vrije" Argentijnen met zijn allen op een kluitje aan de waterlijn gaan zitten. Er zijn er ook veel die bij elkaar kruipen in een beachclub, balneario genaamd. Daar is het een soort all-inclusive met activiteiten voor groot en klein. Tegen de duinrand aan is daarom genoeg plek voor ons.
De Argentijnen beleven veel plezier aan iets wat wij vanuit de verte observeren, de bananenboot getrokken door een jetski. Ook blijkt dat hier topless taboe is maar stringbikini's kunnen wel. Of je er de kont voor hebt of niet...
Nog een nationale sport, vliegeren. Er zijn wedstrijdjes.
We vermaken ons volop hier, er is genoeg te zien. De zon laat ons niet in de steek, ook al zijn er af en toe wel wolken. Die verhinderen dat het warmer wordt dan zevenentwintig graden. Dat is voor ons meer dan genoeg.
's Avonds blijkt ook nog dat je hier wél lekker kunt eten. De malaise van Mar del Ajó ligt alweer ver achter ons, ook al is dat maar een kleine zestig kilometer.