10 December: Codpa

Het zag er op de kaart zo mooi uit. De afstand niet al te lang, zo'n honderdvijftig kilometer. Dus nemen we de scenic route van Putre naar Codpa. De eerste dertig kilometer is een eitje, asfalt. Daarna is het keren en draaien langs afgronden zonder vangrails of iets op een dirt road.

Na dertig kilometer verschrikking komen we aan in Belén. Daar is zelfs geen bak koffie te krijgen, de twee "horecagelegenheden" zijn potdicht. Maar ja, wat wil je. Anno 2023 wonen er nog 27 mensen in het gehucht. Dan maar een plaatje van de klokkentoren.

 

Langs de weg zie je af en toe herinneringen aan een abrupt geëindigd leven. Het ene gedenkteken is nog meer bizar dan het andere. We zingen zachtjes de vrachtwagenchauffeur van de Zangeres zonder Naam: "een kleine fout en de chauffeur komt nooit meer thuis".

 

We rijden verder door de cordillera de los Andes. Nu blijkt dat de weg naar Belén een peulenschil was vergeleken bij de rest, pffff. Er zijn stukken waar we niet meer dan vijftien kilometer per uur vorderen. Het is bovendien zinderend heet, stoffig, hobbelig en er is nergens schaduw te vinden. Het handjevol mensen die we tegenkomen kijken ons en onze Pejot hoofdschuddend na. Die zijn niet helemaal lekker met zo'n klein autootje hoor je ze denken.

Het enige groen wat we zien is af en toe een cactus.

 

Als we Codpa tot op dertig kilometer genaderd zijn komen we bij een oase. De cactussen zien er hier wat beter uit.

 

Dat vind ook deze vriendelijke mekkeraar.

 

De laatste loodjes blijken als altijd het zwaarst. Mar moet telkens uit de auto om te voorkomen dat we weer in een diep gat raken. Maar dan, net voordat we helemaal vloekend en scheldend het bijltje er bij neer willen gooien, zijn we er eindelijk en ligt de Codpa Valley Lodge aan onze voeten.

Deze lodge ligt in een vallei midden in de woestijn en is geen fata morgana. Vier sterren luxe in de desert en wij zijn de enige gasten. We duiken snel het zwembad in. Dat hebben we verdiend na vijf uur afzien.

 

We vergeten onze zorgen en houden ons nog even niet bezig met de weg die we morgen moeten rijden...

 

Na een paar keer zwembad in en uit maken we kennis met de eigenaar, David. Peet en David worden het na wat handjeklap eens over de prijs van de overnachting. Die is nu gezakt van vijenzeventig naar tweeënvijftig euro. Daarna worden we afschuwelijk verwend met erg lekkere pisco sours, borrelhapjes en een driegangen diner vergezeld door een voortreffelijke chardonnay. Dat alles in een heuse, mooi gedecoreerde, eetzaal met echt tafellinnen en zwierige bediening.

Op weg naar de kamer lazeren we nog net niet in het zwembad. De volgende ochtend, na een copieus ontbijt, krijgen we nog een "bomba" mee voor onderweg. Er zijn hier bijna nergens benzinestations, dus je moet elke gelegenheid aanpakken om te kunnen tanken. David laat zien hoe de communicerende vaten werken, de twintig liter verdwijnen zo in de tank.

 

We kunnen er weer helemaal tegenaan en zwaaien vanuit de hoogte ten afscheid.

 

Er volgen weer heel wat kilometers woestijn. De Pejot is onderhand van binnen en van buiten bedekt met een dikke laag roodgeel woestijnstof. We niezen wat af!

 

Aan de rand van weer een afgrond zonder vangrails komen we een heel bijzonder gedenkteken tegen. Het is duidelijk dat de omgekomen chauffeur van een sigaretje en een slokje rum hield.

 

Dan komen we op de Panamericana, de weg die dwars door de drie Amerika's loopt. Hoera asfalt! Het leed is geleden, op naar Pisagua...

Klik hier voor het vervolg, Pisagua

 

 

 

 

over ons & contact  cookies & privacy  bijgewerkt 01-10-2024