10 Maart: cayo Jutìas
We willen voor de "ochtendspits" naar cayo Jutìas, een eiland aan de noordkust. Het is ruim een uur rijden over een soort achtbaan met af en toe flinke gaten in de weg. Het eiland is verbonden met het vaste land met een soort afsluitdijk (pedraplén in het Spaans). Eenmaal daar overheen vindt je vrijwel ongerepte natuur.
Het is moerasland met mangroven en een dun randje strand. Het barst er van de muggen die ons juichend begroeten. En Mar had nog wel alvast haar strandjurkje aangetrokken. Dat vinden de muggen helemaal geen probleem en zetten hun tanden in haar. Snel smeren en doorlopen. O ja, de zonnebrand niet vergeten mee te nemen.
Het is de moeite dubbel en dwars waard. Niemand te bekennen in de weide omtrek.
Af en toe spoelt er een, nee, geen plastic zakje dat een toerist in de zee heeft gegooid, maar een kwal aan. Deze luistert naar de prachtige naam Portugees oorlogsschip.
De mangroven en een stukje steiger. Nog van Columbus?
Hier lopen we op de terugweg langs. Het lijkt net verbrand bos, maar het zijn mangroven in het witte zand.
Na drie uur felle zon betrekt het een beetje en gaan we voor we zelf kreeften worden terug naar Viñales. We gaan een tapje Cubaans bucanero bier drinken bij ons stamcafé annex pizzahut vlak buiten het dorp. Weldra komt de schoolbus voorbij.
Het veetransport is in Cuba niet altijd even diervriendelijk...
We keren terug naar Casa Nenita en genieten daar op het dakterras van ons avondeten.