21 Februari: Gibara
Vanochtend staan we vroeg op voor een heerlijk ontbijt. We kijken uit op een prachtige patio vol planten. Je zou het van deze foto's niet zeggen, maar alles is hier run down. Aan onderhoud wordt weinig tot niets gedaan.
Na het ontbijt lopen we door Gibara om te zien hoe het dagelijkse leven zich hier in Cuba voltrekt. Je kijkt je ogen uit. De huizen zijn oud en haveloos, de straten zitten vol met gaten. Paard en wagens zijn aan de orde van de dag en de meeste mensen lopen of fietsen.
De fietsen zijn basic en hebben meestal geen bagagedrager en/of versnellingen. Dat is hard trappen geblazen tegen de heuvel op.
Als je slecht ter been bent krijg je een rollator van de staat. Die zien er wat minder luxe uit dan de Nederlandse.
De Iglesia de San Fulgencio uit 1820 steekt met zijn rode koepels mooi af tegen de strak blauwe lucht. De kerk staat op hét plein/park van Gibara. Daar gebeurd van alles. Vandaag o.m. hardloopwedstrijden voor de kinderen. We zoeken een mooi bankje uit en kijken rond.
Aan het plein zit ook een sigarenfabriekje. We willen graag binnen kijken, maar een bewaker houdt ons tegen. Het lijkt wel een strafkamp, er hangen allerlei verordeningen aan de muur. Peet gaat het na een half uurtje nog eens proberen als de goede man naar binnen verdwenen is. Hij gluurt door de spijlen naar binnen en maakt stiekem een foto zonder flits. De vrouw gebaart of Peet een sigaar wil, kijkt wel tien keer om zich heen en steekt dan heel sneaky een sigaar door de tralies. Een paar pesos gaan op dezelfde manier terug naar binnen.
We lopen terug naar onze casa. Vanaf het dakterras hebben we zicht op de kerk en de zee.
's Middags rijden we naar playa Caletones, tweeëntwintig kilometer ten westen van Gibara, over een onverharde weg met veel kuilen. Het is een heerlijk strand, het water is echt turqoise en lekker warm. Op dit idyllische strandje zitten ook deze twee Cubaanse meisjes die maar al te graag op de foto willen.
Op de terugweg rijden we langs een gestrand schip. Het ligt er waarschijnlijk al jaren en zal er nog wel tot in de eeuwigheid blijven liggen.