6 Januari: Puerto Río
Tranquilo
Coyhaique is de laatste "grote stad" van de
carretera. We gooien de tank vol en gaan welgemoed op pad naar
Puerto Río Tranquilo. Het weer is nog steeds schitterend, het
lijkt wel hoogzomer. Ook vandaag wordt het een graad of
vierentwintig.
De eerste honderd kilometer zoeven we over
asfalt. We komen langs Cerro Castillo en stoppen regelmatig om
foto's te nemen uit alle hoeken en standen. Want, oh wat is
het hier mooi!
Na ruim honderd kilometer houdt het asfalt op.
Naar later blijkt hebben we nu zo'n beetje het laatste stuk
asfalt op Chileense bodem tot aan Argentinië gehad. De ripio
is in erbarmelijke staat. Veel los grind op de weg en voor je
het weet ben je aan het "gravelplanen". Af en toe is de weg
ook heel smal en er zijn veel gaten in de weg. Hobbelend en
stuiterend rijden we door. Af en toe staat er een auto langs
de kant met een lekke band.
We zien ook nog een wrak van een auto die zo
te zien over de kop is gegaan.
Als Truus aangeeft dat we halverwege de ripio
zijn en we nog 56 kilometer voor de boeg hebben tot de lodge
zijn wij de sjaak. Lekke band! We zoeken een plekje op om de
schade te bekijken. De band blijkt helemaal aan gort. In de
kofferbak zit een "thuiskomertje" waar we het mee moeten doen.
Die zetten we eronder. Het waait behoorlijk en af en toe komt
er een auto stuivend langs.
Uiterst voorzichtig rijden we verder. Dan is
56 kilometer een heel eind. Een kleine twee uur later zijn we
bij de lodge van vandaag, Turismo la
Cascada. De lodge ligt zes kilometer landinwaarts
van Puerto Río Tranquilo.
De baas van de lodge kijkt hoofdschuddend naar de band en constateert net als wij dat ie overleden is. Hij ziet het somber in. Zie deze maat maar eens te krijgen. Vast niet hier. Dat wordt een band kopen in Coyhaique, waar we net vandaan komen, 216 kilometer terug. Hij probeert nog een kennis van hem over te halen om morgen met de bus uit Coyhaique met een nieuwe band hier naar toe te komen, maar die heeft daar geen trek in. Ondertussen heeft hij een mannetje naar het dorp gestuurd om te kijken of er iemand een tweedehandsje ergens heeft liggen. Maar, no te preoccupe, maak je geen zorgen.
Een paar uur later wordt er op de deur
geklopt. Vol trots staat de baas buiten met een splinternieuwe
band die al op de velg gemonteerd is. Even later zit de nieuwe
band er alweer onder.
De band kost ons, schrik niet, 220 euro.
Maar... beter duur dan niet te koop. Of we dit kunnen claimen
bij de verzekering is nog maar de vraag. We zijn in ieder
geval reuze opgelucht dat we weer mobiel zijn.
s Avonds eten we een beste moot zalm met een
giga bord friet in het restaurant van de lodge. Bij gebrek aan
een fatsoenlijke en gekoelde witte wijn, doen we maar een
flesje rood erbij. Dat was het voor vandaag...