3 Januari: Ventisquero Colgante de
Queulat
Om acht uur zitten we aan een erg goed
verzorgd ontbijt. Een uurtje later gaan we naar het Parque
Naticional Queulat, een half uur rijden
zuidwaarts. Onderweg zien we de bomen aan het overkant van het
fjord weerspiegeld in het water.
Er hangen nog wel wat wolken als we bij het
park aankomen maar die verdwijnen snel. De tickets die we de
vorige dag online hebben gekocht worden nauwgezet
geïnspecteerd en in orde bevonden. We zijn hier om de sendero
ventisquero colgante de Queulat te lopen. Een hele
mond vol, in goed Nederlands de wandeling naar de hangende
gletsjer van Queulat. De wandeling is 3,5 kilometer lang,
steil omhoog door dicht regenwoud naar een platform waar je
een geweldig uitzicht hebt op de gletsjer.
We moeten dan eerst de rivier oversteken. Dat
gaat via en wiebelige touwbrug, maximaal vier personen
tegelijk. Om de beurt dus.
Natuurlijk maken we foto's vanaf de brug. De
woest kolkende Río Ventisquero.
Vanaf de brug zie je de gletsjer al in de
verte.
Dan gaat het los. Steil omhoog? Erg steil
omhoog? Onwijs steil omhoog zal je bedoelen! Zeker de eerste
kilometer gaat het zeer moeizaam over het spekgladde pad. Het
wordt ook steeds warmer. Uiteindelijk wordt het vierentwintig
graden. Gelukkig maar dat we door een dicht bos lopen.
Het zweet loopt weldra van de ruggen af en we
hijgen als postpaarden. Hoop maar dat dit het waard is flitst
door onze hoofden. De laatste 2,5 kilometer is iets minder
steil en beter te doen. We doen er een dikke twee uur over om
boven te komen, maar dan is het oh en ah! Trots dat we het
gehaald hebben poseren we voor de gletsjer. Als je goed kijkt
zie je dat Peet letterlijk bijna geen droge draad meer aan het
lijf heeft.
De gemiddelde leeftijd van de wandelaars ligt
rond de dertig zo schatten we. Wij zijn dus met stip de
oudsten die hier rondlopen. Jaloersmakend zo makkelijk
sommigen dit kunnen doen.
We maken een, door alle inspanningen ietwat bibberig, filmpje dat een aardige indruk van het geheel geeft.
Nog even wat inzoomen op de gletsjer voor we
de terugtocht gaan maken.
De terugweg is wat makkelijker maar nog steeds geen eitje. Als we beneden aankomen is het beste er bij ons af en hijsen ons in de auto. Nog een half uurtje rijden en we zijn weer "thuis". We hebben wel een biertje verdiend vinden we.
s Avonds eten we bij Comuy-Huapi. Erg
goed!