4 Januari: Coyhaique
Om negen uur pakken we de draad van de
Carretera weer op en gaan richting Coyhaique, 232 kilometer
zuidwaarts. Onze Truus geeft een kleine vier uur reistijd aan.
Dat zal vast zoveel zijn vanwege de wegconditie die we tegen
gaan komen. We gaan het zien.
Op het eerste stuk naar Villa Amengual is de
weg alleszins redelijk. Voornamelijk asfalt, hier en daar een
stukje ripio. Dan komen we aan bij de bergpas naar de top van
de Queulat. Vijf kilometer lang de ene haarspeldbocht na de
andere over een bar slecht pad met veel kuilen en uitstekende
stukken rots. We doen er twintig minuten over. Op de top is er
ineens prachtig zoevend asfalt dat loopt tot aan Villa
Amengual.
We stoppen voor een bak koffie in dit
schattige plaatsje. Langs de weg staat een standbeeld van een
gaucho met zijn honden. Wie heeft het bedacht om dit spierwit
te verven?
Wat we echt erg mooi vinden is het kerkje
daar. Zeker met de strak blauwe achtergrond en de besneeuwde
bergtoppen. Hij is gemaakt van een soort houten dakpannen,
piepklein en door het trapje voor de kerk lijkt het wel een
stacaravan.
Een eind verderop moeten we stoppen voor
wegwerkzaamheden. Daar waren we voor gewaarschuwd maar nog
niet eerder tegengekomen. Er zullen er nog meer volgen
vandaag...
Vijfenzeventig kilometer voor Coyhaique komt
een splitsing. Zowel rechtdoor (R7) als rechtsaf (X-50) kan je
naar Coyhaique. Truus wil ons van de R7 af hebben. We negeren
haar, gaan rechtdoor en zien vrijwel direct dat vanaf dit punt
de R7 ripio wordt. Fluks keren we om, nemen de raad van Truus
aan en volgen de X-50 die halverwege overgaat in de 240. Dat
blijkt een alleszins redelijke, beetje versleten betonnen weg
te zijn.
Voor Coyhaique staan we nog twee keer vast
wegens wegwerkzaamheden. Om half twee staan we voor het
wisselkantoor. Net op tijd, ze gaan om twee uur dicht.
Na wat euro's voor pesos te hebben gewisseld stappen we in de
auto voor de laatste paar kilometers naar de lodge van
vandaag, Calafate Apart
hotel.
Dan gebeurt er iets onaangenaams. We moeten
een weg hebben die parallel aan de startbaan van het
vliegveldje loopt. En laten ze hier nu net ook aan de weg aan
het werken te zijn. We staan een kwartier voor het stoplicht
en mogen dan twee kilometer over losse steentjes rijden. Als
we het stuk hebben gereden zijn we de afslag voorbij en
commandeert Truus ons om om te keren. We sluiten nogmaals aan
in de rij voor het stoplicht, nu de andere kant op. Tot ons
afgrijzen zien we dat de afslag naar de lodge afgesloten is.
We kunnen niets anders doen dan aan het eind weer omkeren,
wachten op het stoplicht etc.
Na de derde keer over het weggetje te zijn
gereden kunnen we keren en via een ander pad, tegen het
verkeer in, de juiste richting nemen. Al met al zijn we dik
een uur bezig met vruchteloos heen en weer rijden in stof en
hitte. Als we met stoom uit de oren bij het hotel aankomen
zegt het meisje van de receptie luchtig, ja, ze sluiten elke
dag wat anders af. We maken daarna de manager duidelijk dat ze
ons wel had mogen waarschuwen voor deze situatie. Lang verhaal
kort, we krijgen daarom de kamer voor de helft van de prijs.
Als we onze kamer binnen komen vallen onze
monden open. Wat een heerlijke kamer en een geweldig uitzicht!
Pal voor ons raam is een paartje Chileense
kievitten aan het broeden. Gezellig!
We kunnen niet genoeg krijgen van het uitzicht
op de Cerro
Mackay en maken nog maar wat foto's van het
uitzicht.
Helaas is er geen restaurant in de lodge. We hebben weinig trek om naar de stad te gaan om te eten vanwege de wegwerkzaamheden. Er wordt eten voor ons besteld en we hebben zelf nog een flesje rood. Van het hotel krijgen we als extra goedmakertje dit heerlijke en kunstig gemaakte toetje, inclusief "rotstekening" koekje.
Al met al is het helemaal goed gekomen
vandaag.