29 Januari: Guanaqueros & Tongoy
Zo ongeveer iedere Chileen die we spreken
roemt de coquilles uit Tongoy en Guanaqueros. Nieuwsgierig als
we zijn nemen we ons voor om daar een stop te maken op weg
naar het zuiden. Guanaqueros ligt dertig kilometer ten zuiden
van La Serena, Tongoy daar niet ver vandaan en we komen er
vrijwel langs.
Tegen de tijd dat we in de buurt van het doel
zijn betrekt het steeds meer en uiteindelijk is het bewolkt
als we in Guanaqueros aankomen. Da's even wennen, voor het
eerst in weken geen strakblauwe lucht.
Guanaqueros schijnt het vriendelijkste plaatsje te zijn van de twee en dus gaan we eerst daar naar toe om een onderkomen te zoeken. Dat valt nog niet mee in deze tijd van het jaar. Na wat rondvragen komen we bij Bahia Club uit. Vanwege een annulering hebben ze zegge en schrijve één cabaña voor één nacht beschikbaar. De cabaña is behoorlijk rundown, er is geen ontbijt bij en de prijs is honderdtien euro per nacht. Maar ach, het vorige onderkomen was goedkoop. We zitten daarvoor wel midden in Guanaqueros en pal aan het strand.
De stad ligt tegen een heuvel aangebouwd en we
gaan de heuvel op om een goed beeld van de stad te krijgen. Zo
ziet allen Guanaqueros eruit maar heel veel steden aan de
Chileense kust, een klein stukje vlak/strand en dan gaat het
rap omhoog de bergen in.
Daar beneden ergens ligt Bahia club, die oranjegele gebouwtjes iets boven het midden van de foto.
De Amerikaanse uitbater van Bahia club zegt
dat de beste coquilles te vinden zijn aan de haven van Tongoy
en daarom gaan we in de middag daar naar toe. Het is er een
drukte van belang, zowel in de haven als aan de boulevard.
De lucht breekt langzaam open zodat het
vertrouwde blauw weer tevoorschijn komt.
De coquilles worden tot onze schrik hier rauw
gegeten. Er zijn een aantal tentjes waar de nog levende
schelpdieren in een bak liggen om uit hun schelp te worden
gepeuterd. Ze worden dan op een langwerpige schaal gelegd en
onmiddellijk daarna door de hongerige hordes opgegeten.
Wij laten deze traktatie maar aan ons voorbij
gaan en nemen ons voor om vanavond in een restaurant coquilles
te gaan eten die enige vorm van bereiding hebben ondergaan.
Terug in Guanaqueros gaan we wat drinken op
het terras van het restaurant van Bahia club. Ook hier weer de
irritante gewoonte om geen fysieke kaart te hebben maar een
bordje met een OR-code op tafel die je met je telefoon moet
scannen om te kunnen lezen. Maar ja, dan moet je wel werkend
internet hebben. De ober, Fernando, geeft ons maar zijn
telefoon om een keuze uit het menu te maken. Het wordt
pisco-sour voor beide. Of we een enkele of een dubbele willen.
Doe maar een enkele.
Even later kom hij met twee enorme glazen aan. Toch maar een dubbele gemaakt voor jullie ter compensatie van het ontbreken van de kaart. Fernando blijkt een aardige knul te zijn die graag zijn Engels oefent en als hij maar even de gelegenheid heeft staat ie weer naast ons te babbelen. We krijgen nog een pisco-sour van het huis en raken aardig aangeschoten.
Als we begin van de avond naar het ons
aanbevolen restaurant, El Pequeño, lopen
belanden we midden in een muzikale optocht.
We hebben inmiddels een tafeltje met zicht op
de haven en de boulevard betrokken.
De coquilles, pil-pil voor Peet en al
parmezano voor Mar, kunnen ons helaas maar matig bekoren. Ze
zijn niet gebakken maar gekookt en het smaakt wat waterig
allemaal. Wel weer een ervaring rijker!