1 januari: Luang Prabang
Nieuwjaarsdag in Luang Prabang, een stad met veel tempels. Overal zie je monniken lopen in knaloranje kledij. Ze willen best wel op de foto en zijn altijd te porren voor een praatje, al komen ze meestal niet verder dan "whatsyourname", "whereareyoufrom" en "youlikelaos".
Op de zijkant van één van de vele tempels staat de levensboom van Boeddha afgebeeld.
Midden in Luang Prabang staat de Wat Tham Phu Si. De wat staat op een honderd meter hoge heuvel. Je moet 328 traptreden omhoog voor je er bent. Boven gekomen heb je een geweldig uitzicht over de stad. Vandaag is het zicht niet geweldig, het is nog altijd behoorlijk bewolkt. Langs de weg naar boven is een afwisseling van allerhande kleine Wats, stupa's en beelden zoals deze liggende Boeddha.
Bovenop de heuvel is het uitzicht over de stad ondanks de bewolking toch de moeite waard. We zijn niet de enigen die er zo over denken.
Onderaan de heuvel ligt het nationale museum. Luang Prabang is tot aan de revolutie in 1975 één van de drie koninkrijken geweest die tesamen Laos vormden. Het standbeeld van de laatste koning, Sisavang Vong, heeft op de een of andere manier de beeldenstorm van de communisten overleefd. Wellicht omdat ie een beetje op vadertje Stalin lijkt?
De straat waarin het nationale museum ligt is dé toeristenstraat van de stad. Elke middag komen hier honderden Laotianen met tuktuks naar toe, beladen met koopwaar. Er is een keur van zijden lappen, hoedjes, lampen en boeddhabeeldjes te koop. Veel van de koopvrouwen behoren tot de Hmong en komen uit de bergen. Net als Peet de foto maakt vertrekt deze vrouw haar gezicht. Ze kan zelf ook smakelijk om het resultaat lachen.
2 januari: Luang Prabang
We hebben nog een dag in Luang Prabang. Die besteden we met een beetje rondwandelen in de stad en aan de Mekong. Daar zien we dat de Mekong niet alleen een waterweg en een visvijver is maar ook een openbaar toilet.
Nog wat sfeerbeelden in de stad
en van een mooie oude Mercedes.