20 Oktober: Nosy Be
In de ochtend drijven we weer ons bed uit richting ontbijttafel. Die ziet er hier wel goed verzorgd uit, veel vers fruit...
Nog even een blik op de reizigersboom in de tuin voor we op pad gaan. Deze palmboom is het nationale symbool van Madagaskar. De bladeren van de palm kunnen anderhalve liter water vasthouden en zo de dorstige reiziger laven.
Deze tweede volle dag op dit eiland besluiten we om op eigen gelegenheid het parc national de Lokobe te gaan bezoeken. De huur van het brommertje is nog geen negen euro per dag en je hebt zo veel meer vrijheid dan een excursie in een groep. Het is maar twintig kilometer karren naar het dorp. Vanaf daar nog een boottochtje van vijfenveertig minuten met de pirogue (of vijftien minuten met een motor pirogue) naar het reservaat.
Wij besluiten een gemotoriseerde pirogue te nemen. Na een prijs te hebben afgesproken gaat er iemand op zoek naar een motor. Even geduld aub, alles gaat hier moera moera, de malagassiche variant van tempo doeloe.
Na een klein half uur kunnen we vertrekken...
Het wordt eentonig, maar ook in dit regenwoud loopt het zweet met stralen van je af. We blijven er maar anderhalf uur, lang genoeg om toch nog een aantal maki's te zien. Bijvoorbeeld de nocturne lemuur, die overdag (met open ogen) slaapt.
Deze wezelmaki met baby zit een paar bomen verderop.
En nog een ienieminie kikkertje van een centimeter of drie, mantella betsileo, genaamd. Beetje uitvergroot ziet ie er zo uit.
Deze
moormaki wordt betrapt bij het eten van een jackfruit.
Mannetjes van
deze soort zijn gitzwart...
vrouwtjes goudblond.
Aan het eind van de ochtend varen we door het mangrovebos weer terug naar de opstapplaats. Het was zeer de moeite waard.
Eind van de middag zetten we koers naar Hell-Ville, genoemd naar admiraal Hell, een Franse schavuit. In de straten is er een optocht van zingende en dansende vrouwen aan de gang.
Weer een leuke dag achter de rug zo. Morgen gaan we op weg naar onze laatste bestemming, Nosy Sakatia, een klein eilandje tegenover Nosy Be.
