23 Januari: Tierra del Fuego (Chili)
In het Chileense gedeelte van Tierra del Fuego zijn geen verharde wegen. De afstanden zijn er groot dus zitten we vandaag behoorlijk lang in de auto. Tierra del Fuego is de grootste eilanden groep van Zuid Amerika en alleen al het hoofdeiland is groter dan Nederland.
Vanaf Porvenir volgen we de weg naar Camerón die ons langs de Bahía Inútil voert. Deze "nutteloze baai" is zo genoemd omdat er met goed fatsoen geen haven gemaakt kan worden. De weg die langs de baai voert is tweehonderd kilometer lang. Het is hier een van de meest ruige en desolate gedeeltes van de aarbol.
Er loopt en vliegt hier van alles rond. Ook de familie geelhalsibis.
Dit is typisch gaucho land. De gaucho is de Zuid Amerikaanse versie van de Noord Amerikaanse cowboy. Ze dragen hoeden of baretten en verplaatsen zich te paard of 4x4.
Bij een kruising staat een beeld van de Selknam, de oorspronkelijke bevolking. Die hebben de mazelen epidemieën en de kolonisten niet overleefd. Oorspronkelijk leefden de Selknam van guanaco's en vis. Toen de kolonisten kwamen en hier schapenfarms stichtten gingen ze over op het "jagen" op schapen. Dat was veel gemakkelijker maar leidde tot woede van de farmers die op hun beurt weer op de Selknam gingen jagen, met desastreuze gevolgen...
Eind negentiende eeuw werd er goud gevonden op dit eiland. Deze machine werd vanuit Engeland overgebracht en heeft dienst gedaan tot 1910. Nu is het een (verroest) stuk industrieel erfgoed.
Er zijn ook gedeeltes waar bomen groeien en groeiden.
Het land is vrijwel geheel opgedeeld in enorme estancia's. De wilde guanaco's leven vreedzaam naast de schapen van de estancia's.
Het is inmiddels tijd om onderdak te zoeken en dat is hier uiterst schaars. We vragen raad aan deze stoere gaucho's. Hun dialect is nauwelijks te verstaan. Ze verwijzen ons door naar señora Marguerita, de uitbaatster van de Tierra del Fuego lodge.
Na eerst nog een andere lodge te hebben gecheckt waar de prijs van een
overnachting ruim boven budget blijkt te liggen, rijden we naar de lodge van Marguerita. Dat
kost wel wat tijd, de enige twee lodges op dit deel van het eiland liggen bijna dertig kilometer van
elkaar verwijderd.
We zijn er al snel achter dat we er goed aan hebben gedaan.
De ontvangst is warm en gastvrij. De overnachting kost minder dan de helft dan
de andere lodge, de setting is veel mooier
en in plaats van een kamer hebben we een ruime cabaña met snorrende houtkachel.
De lodge blijkt onderdeel te zijn van een estancia. We eten 's avonds gezellig met zijn allen aan tafel. We, dat zijn Mark, de eigenaar, Nick, zijn zoontje van tien en een Amerikaans/Chileens stel dat hier werkt. Zij als hulp in de huishouding en hij als gids voor vliegvissers. Dit stuk van het eiland blijkt wereldberoemd te zijn voor het vissen op "Sea-run brown trout". Wisten we niets van. Amerikanen betalen een fortuin om hier te mogen vissen. Wij houden het bij lekker luieren en kletsen, het regent de hele verdere middag en avond.
24 Januari: Ushuaia
De zon komt hier al vroeg op en gordijnen kennen ze hier niet of nauwelijks. Dit is ons uitzicht over de Rasmussen vallei.
en dit is onze cabaña.
We hadden het zo mooi bedacht. In een rechte lijn oostwaarts naar het Argentijnse deel van het eiland en de grens oversteken bij grenspost paso Radman. Dat blijkt een niet te nemen horde voor ons kleine autootje. Het waterpeil in de rivier de rio Grande staat veel te hoog. Dat wordt dus een kleine driehonderd kilometer extra rijden over eindeloze wegen. Eerst terug noordwaarts, dan oostwaarts om via de grens bij San Sebastián in het Argentijnse deel van het eiland te komen...
Eenmaal bij de grens aangekomen staat er een gigantische rij die voor geen meter opschiet. Na vijftig minuten gooit Mar er een stukje theater tegenaan. Ze veinst onwel te zijn geworden en dat werkt! Vijf minuten later staan we buiten met gestempelde paspoorten en al, een verbijsterde rij achterlatend. Niet echt sociaal, maar we zijn er door.
We willen in Tolhuin overnachten, maar alles zit vol. Dus rijden we maar helemaal door naar de zuidelijkste stad van de wereld, Ushuaia. Om half zes komen we eindelijk daar aan. Zowaar lukt het ons een plekje te vinden voor de nacht.