5 November: Tarangire
Tuma, onze chauffeur/gids voor de komende dagen, haalt ons om negen uur op. De koffers gaan in de auto en dan duiken we de verkeerschaos van Arusha in.
We kijken onze ogen uit naar het schouwspel langs de kant van de weg en vergeten bijna om foto's te maken. Vlak voor we Arusha uitrijden denken we er aan en drukken een paar keer af.
De weg naar Tarangire voert door Masai gebied. De Masai is een volk dat leeft van de veeteelt. Veel Masai zijn dan ook herder van beroep.
Masai wonen in rieten hutjes met vaak schuurtjes ernaast voor het vee. Er zitten geen ramen in de hutjes, alleen een gat in het dak om de rook te laten ontsnappen. Zal lekker benauwd zijn daarbinnen.
Na zo'n twee en een half uur rijden over een prima weg komen we in het Tarangire park. Het ziet er compleet anders uit dan in de Masai Mara. Veel droger, stoffiger, meer struiken en bomen. We komen ook bekenden tegen zoals deze struissies...
Er zijn niet alleen bekenden. Rüppells gieren hadden we niet eerder gezien en zeker geen nesten van ze. Ze wachten op een kill zodat ze kunnen gaan lunchen.
Deze kleinste van alle gazelles, de dikdik, is nieuw voor ons. Hij is slechts vijftig centimeter hoog.
Het park is bekend vanwege zijn grote olifant populatie en de gigantische baobabs.
We gaan picknicken bij de rivier. Er zitten apen te wachten op de restjes die toeristen achterlaten. Het zijn vervets, Zuid-Afrikaanse groene meerkatten of ook wel blauwapen genoemd. Moeder met kind zit in de boom het eten uit onze mond te kijken.
Tijdens de lunch kijken we uit over de Tarangire rivier. Het is nog maar een klein stroompje en je kunt zien hoe breed hij kan worden in de regentijd.
Na de lunch rijden we over een erbarmelijke dirtroad in vijfenveertig minuten naar ons verblijf voor vandaag, het Maweninga camp. Het kamp is prachtig gelegen met uitzicht over het park en het Burunge meer. We hebben hier een tent met een rieten dak erover heen die volledig opgaat in de natuur.
Hier gaan we slapen vannacht.
In de verte ligt het Burunge meer.
Ook hier scharrelt het een en ander rond de tent, een kolonistenagame.
Een van de bediendes van de lodge maakt alvast de boma (vuurplaats) gereed.
We wachten op ons dooie akkertje de zonsondergang af. Dat duurt nog uren, maar "pole-pole" zoals ze hier zeggen, rustig aan...
De avond is gevallen, het vuur brandt en weldra wordt het diner opgediend...