12 Januari: Ngangane game reserve
Vandaag staat er vijfhonderd kilometer met een grensovergang op het program, de waarschijnlijk langste etappe van deze reis. Dan is het fijn als je helemaal uitgerust vertrekt. Helaas, vanaf een uur of drie vannacht zijn we wakker gehouden door vreselijk onweer en stortregens. Het rieten dak van onze kamer zorgt ervoor dat, tot we opstaan, de herrie van de slagregens oorverdovend is. Er schijnt tachtig millimeter regen te zijn gevallen in slechts drie uur tijd.
We vertrekken om iets over half acht, duf als konijnen. Vlak buiten Mokopane lopen we vast in een file. Verderop zijn twee vrachtwagens geschaard en in de blubberige berm beland. Een of andere idioot probeert de file te vermijden door de berm te nemen. Als hij vlakbij ons is zuigt de modder zijn auto muurvast in de prut. Moesten we toch even om glimlachen.
Na de file gaat het honderdvijftig kilometer crescendo. Dan worden we door een vriendelijke agente aangehouden. "Are you in a hurry, sir?" vraagt ze. We zijn geklokt op 108 waar we 80 mogen rijden. Nee, we hebben dat bord niet gezien mevrouw. Het blijft bij een vermaning en de raad dat we beter op de borden moeten letten. De schat.
Dertig kilometer verder staan we aan de grens. De douane wil ons echter niet
doorlaten. We hebben geen (kopie van het) kentekenbewijs bij ons. Nhlamulo, de
douanier, is echter de vriendelijkheid zelve. Hij belt de autoverhuur voor ons
en zorgt ervoor dat die een kopie opstuurt. Omdat wij geen internet hebben laat
hij dat sturen naar zijn Whatsapp. Als extra service stuurt hij de kopie weer
door naar ons via zijn eigen 4G want, zegt hij, misschien kom je zonder de kopie
Botswana niet binnen. We zijn hem zeer erkentelijk.
In totaal zijn koste het ons vijf
kwartier om de grens van Zuid Afrika naar Botswana over te steken.
Eenmaal in Botswana scheuren we onbekommerd zo'n vijftig kilometer totdat ook hier de stortregens ons dwingen om maximaal tachtig te gaan rijden. Dat zo'n zeventig kilometer lang. Dan breekt de zon weer door en tegen half drie zijn we in Francistown. Dan is het nog een uur rijden over een onverharde weg naar het Ngangane game reserve, waar we twee nachten hebben geboekt. We zijn de enige gasten, maar dat vinden we nu niet zo erg, moe als we zijn van de tocht.
De lodge dateert uit de koloniale tijd en bestaat uit en aantal stijlvolle, sfeervolle gebouwen. Achtereenvolgens het hoofdgebouw, ons onderkomen en een beeld in de tuin.
Er wordt veel aandacht aan de gasten besteed. Onze handdoeken bv. treffen we zo aan.
Het hoofdgerecht van het diner is voor beiden een giga T-bone steak. Na nog een calorierijk toetje is het gedaan met ons. Nokkie vol kijken we nog een aflevering van een serie. Daarna is de pijp leeg en gaan we vroeg naar bed.
13 Januari: Ngangane game reserve
Het reserve ligt aan de Tati rivier. Er is een prachtig dek gemaakt dat uitkijkt over die rivier. Vanaf daar kan je wild spotten. Veel zal dat nu niet zijn, door de vele regen zijn er genoeg andere drinkmogelijkheden voor de dieren elders.
Toch zien we twee impala's in de verte.
Het reserve is maar liefst zeventienduizend hectare groot. Ter vergelijking, park de Hoge Veluwe ongeveer een derde daarvan.
Doordat er ook hier aardig wat regen is gevallen zijn de paden voor een gamedrive niet in optimale staat. Wij gaan gewoon wandelen en vragen ambitieus om de tien kilometer wandeling. Dat is een lus vanuit de lodge naar het oversteekpunt van de rivier. Daarna een vijftal kilometers langs de rivier naar de volgende oversteek en dan weer terug aan deze kant van de rivier.
Na vijfhonderd meter lopen zien we wat bewegen langs het pad. Het blijkt dat we een drietal gieren storen in hun werk, het opruimen van een kadaver.
Henry, de manager van de lodge, staat erop dat we de rivier niet oversteken op onze blote voeten. Hij zet ons over in zijn Toyota en geeft ons een walkie-talkie mee zodat we hem kunnen oproepen als we bij het tweede oversteekpunt zijn.
Vol goede moed gaan we op pad. Het wandelen blijkt erg vermoeiend te zijn vanwege de dertig graden en de torenhoge luchtvochtigheid. Zoals gewaarschuwd zien we niet al te veel wild. Wat impala's, vogels en een, zo te ruiken, redelijk vers kadaver.
Na zes kilometer te hebben gelopen zijn we eindelijk, drijfnat van het zweet, bij de tweede oversteekplaats. We besluiten om niet verder te lopen en met Henry mee terug te rijden. We roepen hem op en niet veel later komt hij er al aan.
De middag staat verder in het teken van relaxen, website bijwerken, zwembad...
Zo af en toe komen er wat dieren voorbij die we vanuit de luie stoel fotgraferen. Een Senegal ijsvogel, een Burchell's glansspreeuw en een kudde impala's.
Het diner, kippenpoot met pommes-gratin vandaag, wordt geserveerd op het dek bij de rivier.
Het vuur van de boma is aangestoken. Na het eten kunnen we daarbij gaan zitten en ons vergapen aan de zonsondergang.