27 Januari: Etosha - Okaukuejo
Het is ons gisteren goed bevallen om vroeg op te staan, ontbijten en dan pleite. Twintig kilometer van het kamp ligt het waterhole van Okondeka. Daar schijnt een leeuwenkolonie te wonen en de kans dat je daar leeuwen ziet is groot.
Op weg er naar toe rijden we over een tamelijk kale vlakte met hier een daar een boom. In één van die bomen zit een paar grote torenvalken.
Als we bij Okondeka aankomen staat er een auto met een stel erin die ons wijst op, verdomd als het niet waar is, de leeuwen in de verte. We zien twee wijfjes en een eind daar vandaan een mannetje.
Het mannetje beweegt nauwelijks. De hele wereld lijkt aan hem voorbij te gaan. Een schildraaf vliegt ongemerkt over hen heen.
Er is, ondanks de aanwezigheid van de leeuwen, behoorlijk wat activiteit van dorstige zebra's en springbokken bij het waterhole. Ze moeten eerst met een grote boog langs de leeuwen voor ze bij het water zijn.
Inmiddels zijn er nog twee leeuwinnen bijgekomen. Ze loeren allemaal naar dat lekkers wat er loopt. Nou ja, allemaal...eentje ervan vindt het wel best zo, veels te warm.
Dan nog een foto uit de categorie toevalstreffers. We zien iets vreemds wat we niet thuis kunnen brengen. Een rots of een stuk hout. Als we later inzoomen blijkt er zowaar een zuidelijke rotspython rechts tegen het stuk hout (?) aan te liggen.
Af en toe verdwijnt de zon achter de wolken, wat weer een prachtig zicht oplevert..
We gaan er maar weer eens vandoor, richting kamp. De alternatieve route die we nemen blijkt een heel stuk langer te zijn. Onderweg komen we op wat springbokken en zebra's na,vrijwel niets tegen. Of toch...Een stel struisvogels staan aan weerskanten van de weg. Pa, met zwarte veren, is al overgestoken en ma treuzelt nog wat.
Terug in de lodge pakken we snel in en gaan op weg naar Outjo. De airconditioning die toch al niet al te best was heeft er sinds vanochtend de brui aan gegeven. Dus is het ook de hele weg, evenals tijdens onze selfdrive, alle ramen open.
Bij de Ijaba lodge aangekomen vragen we onmiddellijk naar waar de dichtstbijzijnde garage is. Het is zaterdag zeggen ze en dat betekent dat de garages dicht zijn. Geen nood, Andreas wordt gebeld. Die komt met zijn maten het probleem bekijken.
Ondanks het bijvullen en op druk brengen blijft het prut, er moet een nieuw pomp in.
We bellen de verhuurder maar die geeft geen service in Namibië. We moeten maar naar Zuid Afrika komen. Dat is op zijn minst achthonderd kilometer verder. Het interesseert ze totaal niet, zoek het maar uit. Er wordt beloofd om de manager te benaderen voor een oplossing maar we horen niets meer vandaag.
Geluk bij een ongeluk, de mensen van de lodge zijn schatten en het eten is lekker. Echt eens wat anders dan we gewend zijn onderhand.