9 December: Fiji

Het voelt als midden in de nacht (en dat is het eigenlijk ook) als de wekker gaat. We strompelen het bed uit, hebben nog steeds onwijze spierpijn van de wandeling in de Blue Mountains. Vooruit met de geit, douchen en naar beneden waar de taxi al staat te wachten.

Klokslag half zeven vertrekt het vliegtuig voor een vlucht van vier uur over water, water en nog eens water. Als je uit het raampje kijkt zijn nog net de Harbour Bridge en het Opera House in het midden zichtbaar.

 

In het vliegtuig krijgen we een immigratiekaart voor Fiji om in te vullen. We hebben al veel van dit soort formulieren achter de rug, maar bij deze moeten we toch af en toe even de wenkbrauwen fronsen. Bijvoorbeeld, wat vul je in bij vraag 4.1 en 4.2? Zouden er echt dat passagiers bij kunnen zijn die heilig water of menselijke asresten meenemen?

 

Bij aankomst in Fiji worden we als door een warme klamme hand het vliegtuig weer ingeduwd. Het is hier heet en vochtig, pffff.
Bula (hallo in het Fiji)!!!

Onze geboekte huurauto is niet beschikbaar en dus krijgen we een upgrade. Nou ja, het is maar wat je een upgrade noemt. We krijgen een stokoude Nissan Patrol die naar even later blijkt als een dweil op de toch al zwaar gehavende weg ligt. Bovendien gebruikt hij één op een emmer en de airco kan nauwelijks op tegen de hitte.

Na tweeënhalf uur tuffen bereiken we het Uprising Beach resort in Pacific Harbour. Een plaatje om te zien. Dit houten huisje met rieten dak is onze bure zoals ze dat hier noemen.

 

En achter de bure is de badkamer. Heerlijk in de open lucht.

 

Het huisje staat pal aan het strand en we ploffen neer in één van de ligstoelen. 

 

De rest van de dag gaat voorbij met bier drinken en pizza eten.

 

10 December: Fiji

De ochtend begint het bewolkt, maar al snel trekt de bewolking op en schijnt de zon weer. 

 

De pret is van korte duur, er komt een dreigend zwart regenfront over de oceaan aan.

 

Tegen een uur of tien stappen we in onze huurbarrel en gaan op weg naar Nadi.

Onderweg blijkt dat we een dag of wat te vroeg zijn, het is pas maandag. We laten dit graag aan ons voorbij gaan....

 

We lunchen aan de Coral Coast en kijken uit op vissende vrouwen.

 

Halverwege de honderdvijftig kilometer rijden we door het plaatsje Sagitoka. Dat is een wat groter dorp waar op de heuvel die over de stad uitkijkt een heuse Hare Krishna tempel ligt.

 

We worden uitgenodigd om binnen een kijkje te nemen. Leuk!

 

Vanaf het dak heb je een aardig uitzicht over het stadje.

 

Geluk is eigenlijk zo eenvoudig...

 

Maar niet alleen de Hare Krishna's hebben hier zieltjes gewonnen. We komen ook langs een aantal moskeeën en dit foeilelijke godshuis.

 

 

Veel huisjes van de lokale bewoners zijn in frisse kleuren geverfd.

 

Tegen uur uur of drie zijn we bij ons hotel. Daar wacht ons een onaangename verrassing. Onze geboekte kamer blijkt vanwege waterschade niet beschikbaar te zijn en het alternatief is erbarmelijk. Gelukkig hebben we nog niet betaald en gaan we op zoek naar wat anders. Dat vinden we al snel bij Aquarius on the beach. Tevreden laten we een Fiji Bitter (biertje) aanrukken.

Wie Fiji zegt denkt aan één eiland in de Stille Zuidzee. In werkelijkheid zijn het er een dikke driehonderd. Het hoofdeiland, waar alle internationale vluchten aankomen, heet Viti Levu. In de voorbije eeuwen is Fiji een kolonie van Engeland geweest. De Engelsen hebben Indiase gastarbeiders geïmporteerd en tewerk gesteld op de suikerriet plantages. Er zijn zoveel Indiërs binnen gestroomd dat zij de helft van de populatie van in totaal een kleine miljoen inwoners uitmaken. Pas in 1970 is Fiji onafhankelijk van Engeland geworden. Nog altijd siert het portret van de Queen de bankbiljetten hier.

Morgen begint het echte werk en gaan we met de boot naar Naviti, één van de Yasawa eilanden die ook tot Fiji behoren.

Klik hier voor het vervolg, Naviti

 

 

 

 

over ons & contact  cookies & privacy  bijgewerkt 26-09-2024