28 Februari: La Cumbre

De dag begint met zon, veel zon. Erwin Krol zou hebben gezegd, de temperatuur rent omhoog. Meestal komen na het middaguur de wolken. Daarom hebben we gisteren geen foto's van de lodge genomen en doen we dat vandaag. De ligging is prachtig zo tegen de groene berghelling op...

 

Na enig wikken en wegen kiezen we La Cumbre als bestemming voor vandaag. Dat is een heel eind zuidelijker dan we nu zitten. De weg erheen loopt dwars door de pampa's. Het land is hier vlak zoals in Nederland. Veel struiken langs de weg, honderden kilometers lang. En heet. Al om een uur of tien zetten we de airco in de auto aan om niet weg te smelten.

In dit land heb je vrijwel nergens tankstations langs de wegen. De dorpen en stadjes liggen tientallen kilometers uiteen. We willen in Dean Funes gaan tanken, maar als het benzinelampje gaat branden moeten we daar van afzien. We willen geen risico lopen dat we ergens met een lege tank staan.

We gaan de weg af bij het plaatsje Lucio V. Mansilla dat 851 koppen telt (en wat voor). We vragen naar een benzinepomp, maar dat snappen ze hier niet. Dan maar "nafta" roepen, zo noemen ze in Argentinië loodvrij. Een keer of drie vragen we de weg. We kunnen geen touw vastknopen aan de aanwijzingen. Gelukkig krijgen we een automobilist zo ver dat hij voor ons uit rijdt. Bij een onooglijk huisje stopt hij en ja deze man verkoopt nafta.

 

Tegen een uur of drie arriveren we in La Cumbre, een soort Wassenaar in de bergen. Dan begint een lange zoektocht naar een geschikt onderkomen. De één is schreeuwend duur, de ander heeft geen plek, een volgende is smerig en weer een ander kan of wil geen credit card accepteren. Zo gaan we er zeker tien af en dat is iedere keer de auto uit, tas mee, deur op slot etc.

Bij Posada del Peregrino gaat het mis! De portier van de auto wordt dichtgedaan en... De sleutel zit nog in het contactslot. ARRRRRGGGGG.

De eigenaresse van het hotel, (Annabel, het wordt niets zonder jou... ), doet werkelijk alle mogelijke moeite voor ons. Ze belt wat af, schakelt allerlei mensen in, maar tevergeefs. Het is weer eens een nationale feestadag en bovendien siësta tijd. Peet gaat met een kennis van haar mee naar het huis van een slotenmaker, maar ook die blijkt niet thuis of hij slaapt.

Steeds meer mensen houden zich met ons ongemak bezig. Het nieuws gaat door het stadje als een lopend vuurtje. De meesten van de 7800 inwoners zijn inmiddels op de hoogte van ons malheur. Dan komt er een groepje jonge mannen langs. Een ervan zegt dat hij twee dagen geleden heeft geleerd hoe een portier te openen. Dat gaat als volgt: Leg een lus in een stuk visdraad. Trek de deur een millimeter aan de bovenkant open en trek de draad erachter langs aan beide zijden van de deur tot hij op de hoogte van de sluitknop zit. Breng vervolgens de lus door te draaien en te trekken om de sluitknop heen en trek de lus strak. Trek vervolgens de knop aan het visdraad omhoog.

Het lijkt wel kermis, allemaal moedigen we de man aan en verdomd, binnen twee minuten heeft hij het onder luid gejuich voor elkaar. Iedereen slaat elkaar op de schouders. Bedanken hoeft niet, dit was toch lachen!!! We zijn dolgelukkig en Annabel straalt. We nemen nu uiteraard bij haar een kamer!!!

 

Het is inmiddels tegen vijf uur en we gaan, na te zijn ingecheckt en gedouched, lekker een biertje in dit leuke, trendy stadje drinken. Wat een dag, pfffff.

Klik hier voor het vervolg, Alta Gracia

 

 

 

 

over ons & contact  cookies & privacy  bijgewerkt 15-09-2024